Schelp

De ouderdom van een schelp
Een schelp heeft in het algemeen dezelfde ouderdom als de aardlaag waarin hij is gevonden. Er zijn talrijke methoden om die ouderdom vast te stellen. Hierbij wordt onder andere gebruikt gemaakt van zogenaamde ‘gidsfossielen’.

Van schelpen die niet meer in de oorspronkelijk aardlaag worden gevonden, doordat ze bijvoorbeeld op stranden aanspoelen, is het veel moeilijker vast te stellen hoe oud ze zijn. Dat geldt vooral voor soorten die nog in de recente fauna voorkomen. Van de meeste uitgestorven soorten is het voorkomen in de tijd gelukkig redelijk goed bekend, waardoor de ouderdom van deze schelpen goed is in te schatten.

Waar vind je fossiele schelpen?
Overal waar oudere aardlagen zichtbaar zijn, kunnen we in principe fossiele schelpen vinden. Tenminste, als de omstandigheden waaronder zo’n aardlaag is ontstaan gunstig zijn. Het zijn vooral de zee-afzettingen die veel fossiele schelpen opleveren. Ze worden echter ook wel gevonden in rivier- of meerafzettingen en zelfs in löss, een door de wind afgezet sediment. Fossiele schelpen komen uiteraard ook aan de oppervlakte als er wordt geboord voor geologisch onderzoek.

Vaak worden oudere aardlagen door de zee aangesneden en geheel of gedeeltelijk opgeruimd. In zulke gevallen spoelen de daaruit afkomstige fossiele schelpen weer aan op het strand, tussen de recente schelpen. In Nederland gebeurt dat vooral in Zeeland. Het is in dergelijke gevallen niet altijd gemakkelijk om de fossiele van de recente schelpen te onderscheiden.

Hoe groot kunnen fossiele schelpen zijn?

Zowel recente als fossiele schelpen zijn zeer uiteenlopend van grootte. In Nederland is de kleinst levende soort in volwassen staat slechts weinig meer dan één millimeter. Fossiele schelpen kunnen zelfs nog veel kleiner zijn. De grootste in Nederland recent voorkomende soort is een mossel, het groot tafelmesheft (Ensis siliqua, spoelt vooral aan op de Waddeneilanden), die een lengte kan bereiken van meer dan 20 centimeter. De in Nederland gevonden fossiele schelpen zijn niet veel groter.

Elders, zoals in de tropische gebieden, kunnen schelpen van zowel slakken als mossels veel groter worden, tot soms wel meer dan een meter. Ook de schelpen van sommige fossiele inktvissen (ammonieten) uit het Mesozoïcum kunnen zeer groot worden, tot meer dan een meter.

Plaats een reactie